In navolging van de nieuwjaarsbijeenkomst waarop Antonie Reichling zijn beeld schetste over de Toekomst van Kwaliteit kwam ik onderstaand artikel tegen…
Antonie Reichling en Jan Jonker presenteerden vorig jaar tijdens het Nationaal Kwaliteitscongres hun nieuwe boek ‘Derde generatie Kwaliteitsmanagement, Vertrekken, Zoeken, Verbreden’. Wat wordt de nieuwe rol van de kwaliteitsmanager? In welke richting zal de kwaliteitskunde zich ontwikkelen? In het boek worden niet zozeer pasklare antwoorden gegeven, maar worden wel invalshoeken en perspectieven gegeven op de toekomst van het vakgebied.
Bestaansrecht van een organisatie
Een organisatie ontleent haar bestaansrecht en legitimiteit aan het creëren van waarde, in onze maatschappij primair economische waarde. Maar waardecreatie leidt of kan ook leiden tot afval, vervuiling, uitputting, armoede en vernietiging. De kritiek op de sociale en ecologische kosten die bedrijven met het oog op de shareholders maken ten koste van mens, maatschappij en milieu, zwelt aan. Gezien de felheid van die kritiek is een fundamentele herziening van de rol, plaats en functie van de onderneming in de maatschappij aan de orde. Die herziening is nodig om de organisatie naar te toekomst toe zo in te richten, dat beantwoord kan worden aan de behoeften en verwachtingspatronen van álle stakeholders, niet alleen de shareholders. Meervoudige waardecreatie gaat juist daarover: het creëren van resultaten met waarde voor álle stakeholders. Niet over resultaten voor de ene groep ten koste van onbedoelde of negatieve effecten voor een andere groep. Dat is meer dan een subtiel verschil en is niet te compenseren met liefdadigheid, goede doelen of zoiets als ‘bewust kapitalisme’; dat is een groot verschil.
Een logisch gevolg van de organisatorische belofte van meervoudige waardecreatie is de vraag welke (nieuwe) organisatieaspecten om een nieuwe of vernieuwde vorm van kwaliteitszorg vragen. Voor veel organisaties zal de rol van het kwaliteitsmanagement, traditioneel sterk organisatie-intern en systeem gericht, veranderen. Hier ontbrak tot nog toe een handreiking die een perspectief op die opgave schetst. In het boek Derde Generatie Kwaliteitsmanagement, Vertrekken, Zoeken, Verbreden reiken drieëntwintig auteurs vanuit verschillende invalshoeken hun ideeën aan over de ontwikkelingen binnen het vakgebied. Het boek is opgezet vanuit de ambitie een bijdrage te leveren aan de invulling van een derde generatie kwaliteitsmanagement, op basis van concepten en praktijken van gisteren, vandaag en morgen. Het boek biedt daarmee ondernemingen een kader om vanuit een kwaliteitskundig perspectief hun bestaande bedrijfsmodel onder de loep te nemen en na te gaan of en hoe zij kunnen omgaan met nieuwe verwachtingen van meerdere stakeholders.
Welke lering valt te trekken?
Wat opvalt in die nieuwe publicatie is dat we als professioneel collectief, op hoofdlijnen, als beroepsgroep, het eigenlijk wel weten. In de afgelopen jaren en decennia is er al zoveel bedacht dat er een echte rijkdom aan concepten, ideeën en instrumenten voorhanden is. De opgave zou dus wel eens kunnen zijn niet weer met iets nieuws te komen. De echte uitdaging is ‘oude’ ideeën van waarde te voorzien van nieuwe toepassingen. Derde Generatie Kwaliteitsmanagement maakt vooral zichtbaar hoe we met het bestaande arsenaal aan kennis en kunde kunnen toegroeien richting een derde generatie kwaliteitsmanagement. Dat wil niet zeggen dat alle antwoorden al in het bestaande te vinden zijn. Zo heeft kwaliteitsmanagement tussen organisaties in het boek nog geen kleur gekregen. Wat dat betekent voor de professie en de kennis die we nodig hebben is nog lang niet altijd even duidelijk. Een nieuwe organisatie- en samenwerkingskunde? En zo ja, hoe ziet die er dan uit en welke competenties, welke concepten en wat voor soort instrumenten vraagt dat dan?
Hoe het kwaliteitsdenken zich in het komende decennium zal ontwikkelen is een beetje een gok. Wel is steeds duidelijker zichtbaar dat organisaties nieuwe relaties, nieuwe verbindingen zullen moeten aangaan met de wereld om hen heen, dichtbij en ver weg. Dat ze zich voor activiteiten systematisch moeten verantwoorden. Dat het niet alleen om ‘kaal’ produceren gaat, maar om het produceren met zorg, met waarde. Helder is dat organisaties voor een nieuwe opgave staan, een waarin de maatschappij en haar wensen en verlangens een belangrijker onderdeel van de bedrijfsvoering gaat uitmaken. Voor de kwaliteitsmanagers van nu en van de toekomst vraagt dat om innovatie, creativiteit en een open oog voor wat er om ons heen aan het veranderen is – nog los van talenten en competenties.